Traponderdelen
Alvorens een trap op maat te laten maken is het belangrijk dat je goed weet hoe een trap in elkaar zit. Zo voorkom je misverstanden en kan je ook duidelijk communiceren wat je van jouw nieuwe trap verwacht. Op deze pagina vind je een overzicht van alle traponderdelen.
De belangrijkste onderdelen van een trap
Op onderstaande tekening vind je een overzicht van alle traponderdelen terug. Eens je weet welke onderdelen er nodig zijn kan je beginnen met het uitrekenen van een trap.
Het stootbord
Dit zij de verticale vlakken vooraan tussen de treden en worden ook wel tegentreden genoemd. Open trappen hebben geen stootborden.
De wel of neus
Dit is het deel van de trede dat oversteekt over het stootbord. Dit element is niet absoluut noodzakelijk maar kan wel nuttig zijn om het vlak van de trede te vergroten. De breedte van de wel of neus schommelt vaak tussen de 4 en 6 centimeter.
De trapbomen of wangen
De trapbomen of wangen zijn de balken waarin de treden en stootborden gevat zitten of waarop ze rusten. Bij traditionele houten trappen worden de treden en de stootborden 1cm diep ingewerkt in de trapbomen. De inkepingen voor het inwerken noemt men nesten.
De bomen worden zo breed gemaakt dat de nesten volledig gesloten zijn. De houtstrook die overblijft voor de treden wordt het voorhout genoemd en heeft doorgaans een breedte van 1 à 2 centimeter, gemeten haaks op de lengte van de boom. De houtstrook die overblijft onder de treden wordt achterhout genoemd. De breedte van het achterhout wordt gekozen in functie van het bekledingsmateriaal dat tegen de onderkant van de trap wordt aangebracht.
De bloktrede
Dit is de eerste trede van de trap. De bloktrede wordt soms breder genomen en kan in sommige gevallen ook uit een ander materiaal bestaan.
Het welstuk
Het welstuk is het laatste element van een trapbeugel. Deze sluit aan tegen een bordes of tussenvloer.
Schalmgat
Het schalmgat is het gat dat door de binnenbomen gevormd wordt wanneer men van boven naar beneden kijkt of andersom.